32

De objectieve visie is gemeenlijk de visie van den haat. Haat tegen het (altijd subjectieve) leven. De onmacht en de vrees tot leven d.i. tot méédoen, creëeren het objectieve... tóezien, en vandaar is het nog geen stap naar de ,,objectieve visie”. - Trappen we er niet in!


33

Wij zijn niet iedereen. Arrogante vaststelling.
Omdat wij niet doen, wat iedereen doet. Arrogante ver­klaring.
Omdat niet iedereen doet, wat wij doen. Welwillende vaststelling van de wijsheid der anderen.
Maar hoe ook gedraaid of gekeerd: wij moeten steeds concludeeren, dat wij niet iedereen zijn.


34

Als zij goed zijn, zijn wij niet goed. Zij hebben dus het recht adieu te zeggen aan ons (en zij doen dit, nog voor dit recht vaststaat, eenvoudig omdat wij nièt zijn... als iedereen).
Als wij goed zijn, zijn zij niet goed. Wij hebben dus het recht adieu te zeggen aan hen (en wij doen dit, zoodra dit recht vaststaat, eenvoudig... omdat wij niet zijn als iedereen).


35

,,La vision de la justice est le plaisir de Dieu seul’’. (Rimbaud) Zoo ook de wetenschap van hetgeen wij zijn. Ik weet wat ik ben, en Gód weet wat ik ben, en... God-weet-wat-ik-ben. Dit laatste vooràl is ons beider... ,,plaisir’’ (en ook datgene wat de zelfkenners als de goede conclusie en de mystici als het goede vertrekpunt aanwijzen).


36

Wij zijn met onszelf, d.i. met onze waarheid, alleen. Zeer juist. Zoo zijn wij ook minder een bron van misverstand.


37

Wij zijn onherhaalhaar, d.i. : ook mijn buurman is een unicum. Toch doet hij dag in dag uit zijn best alsnog een unicum te wòrden, en hierin is hij verre van uniek. Jammer.



288

















aangemaakt: 01-08-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 01-12-2012