|
Vos estis sal terrae – Gij zijt het zout der aarde
In deze brochure () van de N.S.B., uit de serie De Katholieken en de Nieuwe Orde, wordt eerst de stellingname van de Paus tegen het communisme besproken en tevens benadrukt dat de nationaal-socialistische landen dit gevaar bestrijden. Om die reden kan samenwerking met deze landen geen afkeurenswaardige zaak zijn, dit in tegenstelling tot het standpunt van de Nederlandse geestelijkheid. De geestelijkheid in Nederland is met haar standpunt ook in strijd, volgens deze brochure, met de opvatting van de Paus.
De katholieken worden voorgesteld als “het zout der aarde” en daarom is het noodzakelijk mee te werken aan het realiseren van de nieuwe orde. Maar dit wordt onmogelijk gemaakt als het lidmaatschap van het N.A.P., de N.S.B. en de Arbeidsdienst door het episcopaat verboden worden. Voor dat verbieden worden door de Nederlandse geestelijkheid diverse redenen aangevoerd, zoals: het rassenvraagstuk, het Jodenvraagstuk, de opvoeding, de Arbeidsdienst en de vakverenigingen.
Het rassenvraagstuk wordt verdedigd met uitspraken van de Paus en enkele Duitse bisschoppen.
Ik ben verbaasd over de argumentatie met betrekking tot het Jodenvraagstuk, die ongeveer als volgt verloopt. De kerk heeft gedurende vele eeuwen allerlei maatregelen tegen de Joden afgekondigd. In vergelijking daarmee kunnen de huidige actuele maatregelen tegen de Joden niet in strijd met de door de kerk gepropageerde naastenliefde genoemd worden. Dit wordt verklaard met een bewijs uit het ongerijmde op basis van de onmogelijkheid dat “de geheele Kerk meer dan twaalf eeuwen lang gehandeld [zou] hebben in strijd met de christelijke naastenliefde!”
De bezwaren tegen het lidmaatschap van de N.S.B. op opvoedkundig gebied worden weersproken door o.a. te wijzen op het leidend beginsel van de N.S.B.: het voorgaan van het algemeen belang boven het groepsbelang, dat op zijn beurt weer voorgaat boven het individuele belang.
Deze brochure verbaast mij ten zeerste vanwege de aandacht die er zo nadrukkelijk gevestigd wordt op alle maatregelen die de katholieke kerk gedurende twaalf eeuwen heeft uitgevaardigd tegen de Joden en daarmede dus de naastenliefde met voeten trad.
Ik was tot voor kort in het bezit van slechts een paar, nauwelijks leesbare, bladzijden van dit geschrift. Ik was dan ook verrast toen, al zoekend naar Henri Bruning in Het Geheugen van Nederland op de site van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag, dit geschrift opdook.
Bij het bestuderen echter, kreeg ik het vermoeden, dat dit document wel eens ten onrechte aan Henri Bruning wordt toegeschreven. Ik heb daar drie redenen voor:
Zijn naam staat er niet onder, wat bij alle andere geschriften van zijn hand wel het geval is (of ten minste een bij ons bekend pseudoniem).
In het hele document komen vrijwel geen lange zinnen voor, toch wel één van de opvallende kenmerken van Brunings essays.
Voor mij wel het meest opvallende is het verschil in niveau van inhoud van dit geschrift en van Zin en Plicht der Natuurlijke Orde, dat wel degelijk van Bruning is.
Voor mij redenen om deze brochure (voorlopig) uit de “volledige” bibliografie van Henri Bruning te schrappen.
Eindhoven, 13-02-2012
Theo Bruning |
|
|