terug


Mussolini over Hitlers plannen voor ‘vredestijd’

Twee stromingen
Tijdens de bezettingstijd bestonden er aanvankelijk twee stromingen binnen de NSB. De ene stroming, onder leiding van Mussert, streefde naar zelfstandigheid van (Groot-)Nederland in een statenbond onder leiding van Duitsland (Hitler). De andere stroming, onder aanvoering van Rost van Tonningen, zag zijn heil in de inlijving van Nederland bij Duitsland.
Voor de “andere” Nederlanders waren beide stromingen verwerpelijk, hooguit was de ene, de inlijving bij Duitsland, nog verwerpelijker dan de andere, het zelfstandige Nederland in een statenbond onder suprematie van Duitsland.

Onlangs kwam ik tot de ontdekking dat de werkelijke plannen van Hitler met Nederland nog triester waren dan de aanhangers van de twee collaborerende stromingen zich in die bezettingsjaren hadden voorgesteld. Maar daarover straks meer.

Bruning over Nederland onder Duitse suprematie
Bruning is kort na de inval van de Duitsers lid geworden van de NSB en streefde toen aanvankelijk voor het Verdinaso-ideaal van een zelfstandig Groot-Nederland (Dietsland). Tengevolge van de politieke ontwikkelingen en onder druk van Duitsland heeft de NSB en dus ook Bruning zich later neergelegd bij een definitieve inlijving na de verwachte overwinning van Duitsland.
De verwachting was dat Nederland dan een soort provincie (een gouw) van Duitsland zou worden. Bruning heeft nog in een artikel (maart 1943 ) betoogd hoe belangrijk het voor de Nederlanders zou zijn als juist een Nederlander aangesteld zou worden als Gauleiter en vooral geen Duitser. (Impliciet uitte hij daarmee ook kritiek op het toenmalig functioneren van de Rijkscommissaris Seyss-Inquart.) Hij had toen al kennelijk de nodige twijfels over die toekomst onder Duits regime, zoals valt af te leiden uit de zinsnede: “Wij moeten den afzijdigen en tegenstanders geen geloof vragen waar wij hun geen zekerheden kunnen geven betreffende den definitieven vorm van ons volksbestaan”.

Deportatie
In 1944 kreeg Bruning een grote teleurstelling te verwerken toen hem ter ore kwam dat de Duitsers van plan waren om na de overwinning het noordelijk deel van Nederland te ontruimen en de bevolking te deporteren naar Rusland/Finland. ()
Daarmee was zijn laatste hoop dat er onder Duits regime nog iets van een enigszins Nederlandse samenleving zou overblijven vrijwel totaal vervlogen.

De visie van Mussolini op Hitler eind 1941
Tot mijn verbazing las ik in de VK van 13-10-2016 een uitspraak van Mussolini uit het dagboek van graaf Galeazzo Ciano. Deze graaf was een Italiaans fascistisch politicus, die getrouwd was met de dochter van Mussolini. Overigens was dat laatste voor Mussolini geen bezwaar om de graaf in 1944 te fusilleren.
In het dagboek van deze graaf had hij op 13 oktober 1941 geschreven dat Hitler sprak “over Italië als over een trouwen bondgenoot met dezelfde rechten als Duitsland”. Maar na de overwinningen zei Hitler “dat de Duitsers geheel Europa zouden beheersen. De verbonden staten zouden als provincies met Duitsland verenigd worden. Italië is het meest belangrijke land van de bondgenoten. We moeten ons daar wel in schikken, omdat iedere poging om er tegen in opstand te komen ten gevolge zou hebben, dat we van provincie tot kolonie gedegradeerd zouden worden.”
Uit deze dagboek notitie leid ik af dat het al eind 1941 voor Mussolini vaststond dat een land als Nederland het lot van kolonie ten deel zou vallen. Een kolonie kon voor allerlei doeleinden naar willekeur van de kolonisator ge- en misbruikt worden. En wat dat kon betekenen werd duidelijk met het deportatieplan uit 1943 voor het noorden van Nederland.

Overigens toont deze dagboeknotitie mij aan dat Mussolini, wat betreft zijn kijk op Hitler en het mogelijke toekomstige lot van Italië, nu niet bepaald zo’n achterlijke fascist was, als waarvoor hij doorgaans wordt gehouden.

Geschiedschrijving
Het is mijn indruk dat de gangbare geschiedschrijving over WO-II hier te lande geschreven is vanuit de visie van de overwinnaars en vanuit de overtuiging dat die overwinning vanaf het allereerste ogenblik een vaststaand feit was, uitsluitend het wanneer was tijdens de oorlog wat onduidelijk. Dat het wanneer van de geallieerde overwinning wat langer op zich heeft laten wachten dan men verwacht had, gezien de geallieerde overmacht, wordt voornamelijk toegewezen aan toevalsfactoren waarvan de Duitsers geprofiteerd hadden. Zo hadden de Duitsers bij de slag om Arnhem daar toevallig veel manschappen in de buurt en hadden zij in het Ardennenoffensief veel baat bij de winterse omstandigheden.
Door deze voorstelling van zaken wordt er weinig tot geen aandacht besteed aan het feit dat een Duitse nederlaag aanvankelijk helemaal niet zo’n voor de handliggende kwestie is geweest, gezien het feit dat Amerika de eerste jaren nog geen partij was en gezien het feit dat de Duitsers zich nog niet aan een strijd diep in Rusland hadden gewaagd. En dat in aanmerking genomen, was het helemaal niet zo vreemd dat er Nederlanders waren die rekening hielden met een langdurige overheersing door de Duitsers in ‘vredestijd’. Voor wat dat betekend zou kunnen hebben heb ik al eerder de vergelijking getrokken met de overheersing van de Oostbloklanden door Rusland na WO-II.
Bruning was één van die Nederlanders, die rekening hield met een langdurige overheersing van Duitsland. Hij heeft in de eerste maand na de inval van de Duitsers zich de machtige positie van Duitsland op dat moment gerealiseerd en heeft daarop zijn standpunt bepaald: lid worden van de NSB om langs die weg te trachten de belangen van de inwoners van Nederland tegenin de overheersing van de Duitsers te behartigen en dat met de wapenen die hem het beste ten dienste stonden, zijn schrijverschap.

Kolonie
Het ingekorte fragment uit Ciano’s dagboek 1939-1943 bewees mij nogmaals dat een “samenwerken” met de bezetter, gezien de weinig voor de hand liggende mogelijkheid van een nederlaag van de Duitsers, welhaast de enige mogelijkheid was - en daarom naar Brunings opvatting zeer wenselijk zoniet noodzakelijk - om in de toenmalige omstandigheden het beste voor de Nederlandse bevolking in de verwachte ‘vredestijd’ te pogen te realiseren.

Voor Mussolini was het overduidelijk dat een kolonie ten bate van Duitsland volledig uitgebuit zou mogen worden. Precies wat er tot dan toe altijd met koloniën was gebeurd tezamen met de nodige misdaden tegen de menselijkheid.

Wat dat betreft was de boekrecensie in de bijlage Letter&Geest van Trouw van 15-10-2016 van de roman van Conny Braam “Ik ben Hendrik Witbooi” daar een treffend voorbeeld van. Ik las in die recensie: “Uit Witbooi’s geschriften spreekt warme liefde voor zijn stamgenoten, grote waardering voor de lessen van de Duitse zendeling Olpp, ongerustheid over het westerse kredietstelsel dat vrijheidslievende nomaden tot slaven maakt, en een intens verdriet als het tot hem doordringt dat keizer Wilhelm II de totale vernietiging van de inheemse bevolking eist.” De visie van de toenmalige president - van wat heden ten dage hét voorbeeld heet te zijn van een democratische rechtsstaat - was tevens zeer schokkend: “De Amerikaanse president Theodore Roosevelt, laureaat van de Nobelprijs voor de vrede 1906, laat weten [aan keizer Wilhelm] dat hij met bewondering kennis genomen heeft van de Afrikaanse veldtocht. ‘Hoe zwaar moet het voor uw troepen zijn geweest te ervaren hoeveel meedogenloosheid vereist is beschaving te brengen tot in de verste buitenposten van dit donkere continent.’”.

Conclusie
Het verhaal van mijn vader over de deportatie van Noord-Nederland sluit aan bij de vroegere uitspraak van Mussolini over het kolonialiseren door Hitler van de bezette landen, en werpt wel een heel sinister licht op het gebakkelei tussen de verschillende stromingen binnen de NSB.
In dat licht bezien, zou er van het begin af voor Hitler geen sprake geweest zijn van een zelfstandig (groot-) Nederland naast Duitsland. De inlijving van Nederland bij Duitsland betekende voor Hitler kennelijk voornamelijk meer Lebensraum voor de Duitsers en voor zover de Nederlanders niet gedeporteerd zouden worden zouden ze hoogst waarschijnlijk geen gelijkwaardige Germanen geworden zijn binnen het Duitse rijk.
Zo is er voor mij, dankzij het genoemde dagboek, weer wat meer duidelijkheid gebracht in onze oorlogsgeschiedenis.

Theo Bruning,
Eindhoven, 19-12-2016
























terug



aangemaakt: 17-10-2016 Copyright © 2016 by
Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 19-12-2016